Brussel is dan toch een schoon stad
Hoewel het mijn hoofdstad is, zag ik eerst Parijs en Londen. Hoe komt dat toch? Reden genoeg om me er niet al te veel bij voor te stellen. Valse start voor Brussel. Toch kwam ik er de laatste tijd af en toe. Altijd maar voor even. Voor een persevent, een beurs, klantenbezoek of concertje in den AB (veelal Admiral Freebee). Ik was dus altijd maar ergens heel even op een plek, nooit wat langer om door de stad te slenteren.
Tot februari 2015. Toen gaf ik mijn wederhelft een nacht Brussel cadeau en wandelden we met ouderwetse kaart door de stad. Van de place Saint-Catherine naar Place Saint-Gery tot de Kunstberg, Le Petit Sablon en de Marollen op zondag. Ik begon de linkjes te leggen en begreep dat er meer dan een Grote Markt en Anspachlaan is. Ik ontdekte ook dat die stad prima te voet te doen is en dat het een hoog en heerlijk kuiergehalte heeft. Die grote avenues hebben bovendien wel wat. Noem het de charmes van een grootstad die Antwerpen mist. En dat Warandapark blijkt onwaarschijnlijk mooi en is dus eigenlijk vlakbij het centrum. Of wacht, gewoon in het centrum. En Brussel is eigenlijk ook niet zo vuil.
Wel zoals verwacht: je kunt er goed eten en drinken. Op aanraden van een vriendin begonnen we met een lunch in de Comptoir des Galeries. Lekker frisse wijn, prachtig kader en de lekkerste garnaalkroketten. Trop bon! ‘s Avonds gezellig druk rond Place Saint-Catherine, maar tegen 21 uur vonden we dan toch een plekje bij Bistro H-pot. Een menukaart die een pak korter is dan mijn wekelijks boodschappenlijstje, maar wel alles kraakvers en waanzinnig lekker. En van die dessert à la Normande ben ik nog niet goed. Man, wa was da!
Mijn eerste terrasje van 2015 zal ik niet snel vergeten. Op het Vossenplein met zicht op twee oude bureaustoelen, een wit uiteenvallend fornuis en antiek servies. In de zon met slappe koffie, en toch enorm van genoten.
Een paar dagen later zei die wederhelft van mij: ‘Brussel is de mooiste stedentrip van de laatste jaren’. Misschien omdat we sinds ff een weekend zonder kinderen waren, maar toch, Brussel zal er vast wel wat mee te maken hebben.
En dan nog iets, en verre van onbelangrijk: slapen en ontbijten deden we bij Didier, de gastvrije eigenaar van Home & The City. Een ongelofelijk stijlvolle b&b met goeie bedden in een oud herenhuis in de Europawijk. Didier serveert verse pannenkoeken bij het ontbijt. That says it all, right?
